Het weer was vanmorgen gelukkig wel iets verbeterd. Nog wel wat fris. (voor ons is dat nu zo’n 19 graden ? ) En veel wind. Dus na het ontbijt de camper in en de stad in. Dunedin is een plaatsje gesticht door Schotse emigranten en is afgeleid van het Schotse woord voor Edinburgh, de hoofdstad. In het Gaelisch is dat Dùn Èideann. In Dunedin hebben ze zelfs hun eigen tartan (je weet wel, zo’n geruit kleedje specifiek voor elke streek of clan).
De stad is ook opgebouwd rondom de kerk en het stadhuis. Anders dan in veel andere plaatjes waar er geen echt stadscentrum is zoals wij dat bijvoorbeeld hebben. Het was trouwens nog wel even lastig om een parkeerplekje te vinden en we zijn dus met camper en al dwars door de stad gereden om hem uiteindelijk bij het station te parkeren.
Dit treinstation is een van de oudste van Nieuw Zeeland en ziet er prachtig uit. Het “parkje” ervoor was mooi aangelegd met mooie buxussen en bloemetjes. Fabiënne en alle Aziaten, keken hun ogen uit. Vlak naast het station stond nog een hele oude kolenlocomotief uit de Victoriaanse tijd. Wat een ding zeg! Onvoorstelbaar dat dat in beweging kwam.
In Dunedin een beetje rondgewandeld en op aanraden van een dame bij de iSite (VVV) naar een mall gegaan. Dit zag er aan de buitenkant helemaal niet uit als een mall maar van binnen was het super groot. Het bleken 3 gekoppelde centra te zijn (3 malls dus eigenlijk) met 3 etages en allemaal een eigen foodcourt. Bij die laatste hebben we dan ook lekker gegeten. Rogier Mexicaans, Fabiënne chips want die wilde d’r Mexicaans niet en ik sushi. Overigens een van de beste die ik ooit gegeten heb! Na een paar uurtjes rondstruinen kreeg ik toch wel wat last met lopen en besloten we terug naar de camper te gaan.
Vanaf Dunedin zijn we doorgereden naar de camping in Oamaru. Onderweg hadden we eigenlijk nog willen gaan kijken bij de Mouraki Boulders. Grote kogelronde rotsen die in de branding van de zee liggen. Maar dit was een totale wandeling van 1 ½ uur. Dat leek ons nu niet zo verstandig en hebben we dus laten zitten.
Op de camping werden we zeer vriendelijk ontvangen. De eigenaar vertelde veel over de omgeving en kon ons allerlei dingen bieden om in de buurt, en met Fabiënne te doen. Oamaru staat bekend om hun pinguins die ’s avonds aan land komen om de nacht door te brengen maar dat is altijd ’s avonds. We hadden er eigenlijk nu geen zin meer in om nog op pad te gaan en zijn dus lekker op de camping gebleven. Van vrienden hadden we gehoord dat we ook op een camping konden verblijven waar de pinguins gewoon over de kampeerplaatsen lopen. Daar kwamen we alleen pas achter toen we al stonden. We besloten daarom maar om morgen naar die camping te gaan en het alsnog te bekijken.
Deze camping heeft in ieder geval weer allerlei springkussens waar Fabiënne zich op uit kon leven en, als klap op de vuurpijl, een babybad in de vorm van een brandweerauto! Inclusief brandweer slang als douche! Dat vond ze gewéldig!
’s Avonds hebben we alle achterstallige blogs bijgewerkt. De verhalen waren al geschreven maar de foto’s moesten nog allemaal uitgezocht worden, in mapjes opgeslagen en bewerkt. Daarna nog invoegen in de blog en de blog online zetten. We waren rond 01.00 uur klaar. Morgen weer verder waar we gebleven waren.
Geplaatst op Wednesday 6 December 2017 door angelica
Vanmorgen werden we wakker van het gerammel van de regen op het dak van de camper. Het kwam met bakken uit de lucht. Net nu we vandaag een boottocht gaan maken in Milford Sound. Een prachtig fjorden gebied met hoge bergen. De kaartjes waren al geboekt dus vol goed moed toch maar ontbijten, aankleden en op tijd weg.
We hadden de eerste boot van 8.55 uur. Dit kon ook omdat we zo dichtbij de cruise terminal zaten met de camping. Je kon ook kiezen voor een georganiseerde dagtrip vanuit Queenstown maar dan moest je om 6.00 uur in de bus zitten om de boot van 11.00 uur te halen en zou je pas weer rond 18.00 uur terug in Queenstown zijn. Wat een lange dag.
Zoals wij het nu bedacht hadden leek ons een stuk rustiger. In 5 minuten waren we bij de cruiseterminal waar we redelijk dichtbij konden parkeren. Alsnog was het 5 minuten lopen (in diezelfde stromende regen) voordat we daadwerkelijk ín de terminal stonden. Alle boten vertrekken vanaf dezelfde plek op dezelfde tijd en, zoals wij gehoopt hadden, was het nu niet super druk. Aan boord van de boot konden we ook gewoon lekker binnen zitten. Er was genoeg plek.
Toen we de haven uit waren was al snel duidelijk dat we niet veel van de fjorden zouden zien. Naast alle regen waren alle bergen gehuld in een dikke mist. Voordeel echter van alle regen was wel dat het er stikte van de prachtige watervallen. Soms wel 4 hele grote naast elkaar. Dat was een prachtig gezicht. En door de mist kreeg alles een heel mysterieus tintje. Bijna alsof je in Jurrasic park terecht was gekomen. Naast alle watervallen hebben we ook nog fur seals gezien en is er driftig gezocht naar yellow eyed pinguins die ook in dit gebied moeten zitten maar die hebben we helaas niet gezien. De tocht duurde een uur en drie kwartier. Voor Fabiënne hadden we weer de iPad meegenomen maar die hebben we niet nodig gehad. Ze vond het prachtig om alle kleine “baby” watervallen te zien en de grote “reuzen” watervallen. Ook de fur seals deden het goed. Volgens Fabiënne doen die “plons”. Wij rekenen het goed!
Na deze boottocht zijn we terug gereden naar Te Anau waar we heerlijk gelucht hebben. Wederom, net als gisteren, helemaal alleen in een restaurant. Omdat het nog vroeg was zijn we gelijk doorgereden naar onze volgende bestemming Dunedin. Een rit van zo’n 380 kilometer verderop aan de oost kant van het zuider eiland. In Gore hebben we even gewisseld en heb ik voor het eerst deze vakantie een stukje gereden. Ik dacht: “Dat doe ik wel even.” na ruim 3 weken meegekeken te hebben. Dat viel vies tegen. Ik vond het helemaal niks in zo’n grote, brede camper. Ook greep ik gelijk bij de eerste keer schakelen aan de verkeerde kant naast me en daarbij zijn de stoelen in de camper zo slecht te verstellen dat ik met mijn knieën in het dashboard zat. Na een half uurtje nam Rogier het gelukkig weer over.
In Dunedin aangekomen op de camping stonden we naast een ander Nederlands stel met 2 kleine kinderen. Bleek de vrouw van het stel geboren in Dordrecht en het zusje van een oud vriendinnetje/ klasgenootje van mij te zijn! Hoe bizar is dat! Ik heb haar mijn email maar meegegeven met de vraag dat aan haar zus te geven omdat ik graag zou weten hoe het met haar gaat.
Terwijl in Nederland iedereen wakker wordt en zich klaar maakt voor Sinterklaas avond stippelen wij deze avond de verdere route uit voor de komende dagen en lezen we allebei weer verder in onze boeken. (ik ben met de 4e bezig, heerlijk weer!) Internet was de laatste dagen niet veel soeps. 100 Mb. Daar ben je met een beetje scrollen door Instagram ofzo zo doorheen. Morgen eens kijken wat Dunedin, een studentenstad, ons te bieden heeft!
Geplaatst op Wednesday 6 December 2017 door rogier
De eindbestemming vandaag was Milford Sound Lodge, maar voordat we daar waren moesten we eerst 340 kilometer rijden vanuit Wanaka. Op de kronkelige wegen in Nieuw Zeeland is dat een flink eind.
Om deze lange reis een beetje op te delen, hebben we er daarom voor gekozen om in ieder geval te lunchen in Queenstown. De weg naar Queenstown is erg mooi, vooral het laatste stuk als je net over de bergkam heen komt via allerlei krappe haarspeldbochten en Queenstown in de verte/diepte ziet liggen is erg mooi. Queenstown zelf is een redelijk groot stadje, wat grotendeels tegen een berg aan een meer is opgebouwd. Er zijn dan ook maar weinig straten in Queenstown die horizontaal lopen.
Wij waren in eerste instantie van plan om in het centrum van Queenstown iets te eten. We zijn daarom op goed geluk met de camper het centrum ingereden. We konden echter geen parkeerplaats vinden waar we de camper kwijt konden (en ook nog een beetje in de buurt van het centrum stonden). Daarom hebben we uiteindelijk ervoor gekozen om naar een shopping mall te rijden net naast het vliegveld van Queenstown en daar even lekker wat te eten.
Met een goed gevulde maag vertrokken we daarna richting het plaatsje Te Anau, het laatste plaatsje voordat je een lange weg (150 kilometer) naar Milford Sound af gaat leggen. De weg daar naartoe was niet heel bijzonder en verliep door de weinig stops dan ook vlot. In Te Anau zelf aangekomen zijn we weer gestopt om even wat te eten/drinken. We hadden verwacht dat dit best een druk stadje zou zijn, aangezien je hierna geen enkele stad/dorp meer hebt tot Milford Sound. Het stadje was duidelijk berekend op een groot aantal toeristen, gezien de enorme berg restaurants, winkeltjes, parkeerplaatsen en een paar benzine stations. Wij hadden echter bijna het gevoel dat we in een spookstadje rondreden/liepen, want er waren maar heel weinig mensen op straat. Nu zal dat vast anders zijn als een van de vele touringbussen die tussen Queenstown en Milford Sound rijden in dit plaatsje stoppen, maar op het moment dat wij hier waren, was het echt uitgestorven. We zaten dan ook alleen in een restaurant met ons drinken en een lekkere koek. Heel vreemd.
Over de weg vanaf Te Anau naar Milford Sound wordt veel gezegd/gewaarschuwd. Het is een lange weg, met veel scherpe bochten en uiteindelijk moet je door een (volgens de waarschuwingen) smalle steile tunnel. Een aantal mensen raden zelfs aan om daarom maar een touringbus te nemen voor deze weg. Wij vonden de weg echter heel goed te rijden. Hij is weinig anders dan de rest van de wegen in Nieuw Zeeland. Het enige is dat je 150 kilometer lang geen stad of dorpje tegen komt. Maar dat maakt de weg ook gelijk heel bijzonder. Want er rijdt dus ook geen doorgaand verkeer en/of vrachtverkeer, alles gaat naar Milford Sound of komt daar juist vandaan. Langs de weg zijn voldoende punten om te stoppen en even te genieten van de prachtig uitzichten. Zo waren er bijvoorbeeld een heleboel velden met prachtige roze tot diep paarse bloemen. Bij een veld, waar tussendoor een idyllisch beekje stroomde, zijn we gestopt om foto’s te maken. Ook waren er een paar prachtige watervallen en lag er zelfs ijs langs de kant van de weg vlak voor de tunnel door de berg.
Die tunnel door de berg is een korte steile tunnel die zo smal is, dat ze het verkeer steeds maar vanuit 1 richting laten rijden. Daarom moesten we voor de tunnel even wachten tot het stoplicht op groen ging. Toen we daar uitstapten zagen we een paar Kea’s op het dak van de camper en de achterliggende auto landen. Dit zijn een soort donker groene papagaaien die erg zeldzaam zijn. Dit is een van de weinige plaatsen waar ze te spotten zijn in de natuur. Ze staan erom bekend dat ze de rubbers van je auto’s kapot kunnen trekken met hun snavels. Deze Kea’s hadden daar schijnbaar geen behoefte aan, want meer dan een beetje fotogeniek om zich heen kijken, deden ze niet. ?
Op een gegeven moment mochten we dan inderdaad de beruchte tunnel inrijden. Hij was donker en berg afwaarts richting Milford Sound. De adviessnelheid was 30 kilometer per uur en met alle gaten in het wegdek was dat inderdaad ook wel verstandig. Maar doordat je dus domweg achter je voorganger aan kon rijden en de tunnel nagenoeg een rechte weg naar beneden was, vond ik hem echt niet spannend.
Het stuk na de tunnel was veel leuker, daar ging je letterlijk met bochten van 180 graden slingerend een steile afdaling in richting de waterkant bij Milford Sound. Wij hebben een camperplaats gereserveerd bij Milford Sound Lodge, de enige camping aan deze kant van de tunnel. Hierdoor kunnen we morgen in 5 minuten naar de haven van Milford Sound rijden, om daar een rondvaart te maken over een (naar zeggen) prachtig fjord. Dit was de eerste camping waar we geen speeltuin voor Fabienne hadden en waar we in de gemeenschappelijke keukens het gevoel hadden in een Aziatisch restaurant te werken; het was er echt heel druk (en het eten wat hun klaarmaakten zag&rook erg lekker!). Hopelijk zitten ze niet allemaal tegelijk op dezelfde boot als die wij gereserveerd hebben voor morgen!
En wat er toen de volgende dag gebeurde… dat lees je in de volgende blog.
Nog geen reacties op “Dunedin - Oamaru [06-12-2017]”